Februari 1896. Een woelige tijd in Oost-Afrika. Allerlei belangen komen met elkaar in botsing, zoniet openlijk dan wel in het geheim. Westerse grootmachten als Frankrijk, Engeland en Italië betwisten elkaar de heerschappij in het gebied.

Tegelijkertijd is ook het machtige Ethiopische rijk ten prooi aan grote interne conflicten: Negus Menelik II, een progressieve vorst, moet de geweldadige tegenstand van "Rassen", de machtige feodale heren, de kop indrukken.

In deze explosieve situatie moeten twee Fransen, in opdracht van de Heilige Stoel, een bijzondere missie vervullen. Het zijn Arnaud de Rivière, een aristocraat zonder geld, en Louis Champagnole, een seminarist die niet bepaald gewend is aan dit soort expedities.

De mooie Ardoukoba, een geslepen jonge Ethiopische, die vol verrassingen zit, reist als gids met hen mee op hun tocht dwars door deze gevaarlijke, zonovergoten streken.

Een verhaal vol hebzucht, veroorzaakt door de inzet van deze avontuurlijke reis: Goud! Een fabelachtige berg rijkdom die sluimert in de geheime dodenstad van de Koningin van Sheba, die ooit de geliefde van Koning Salomo was.