De internationale bestseller uit Spanje over een uniek document uit de Vaticaanse bibliotbeek: 'De kaart van God'.

Deze opwindende culturele thriller speelt in Rome gedurende de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw. Een Spaanse architect raakt - samen met een gepassioneerde jonge bibliothecaresse en een bevriende Italiaanse prins — verstrikt in een web van politieke intrige en verraad.

De Spaanse architect José Maria Hurtado de Mendoza heeft zijn vaderland voor de burgeroorlog verlaten en zijn toevlucht gezocht in de Spaanse Academie in Rome. Daar ontmoet hij de mooie Montserrat Fábregas, die in de bibliotheek werkt. Zijn liefde voor de antifascistische Montse bloeit op.

Wanneer de oorlog vordert en er geen geld meer is voor voedsel en brandstof voor alle vluchtelingen ter plaatse, besluit de Academie boeken uit haar collectie te verkopen. Montse mag de exemplaren uitzoeken. Maar als daarbij een zeldzaam werk uit 1556 opduikt, lopen de gebeurtenissen uit de hand. Het boek zou volgens een legende de sleutel vormen voor 'De kaart van God', een kaart die zijn bezitter almacht kan verschaffen.

Hurtado en Montse willen voorkomen dat de kennis omtrent de kaart in verkeerde handen terechtkomt, bij partijen wier honger naar macht onstilbaar is. Ze ontdekken dat ze daarbij niemand meer kunnen vertrouwen; prins Junio Vivarini niet en zelfs elkaar niet.

Emilio Calderón smeedt in deze roman geschiedenis en mythen aaneen tot een weergaloze pageturner vol onverwachte plotwendingen.

Emilio Calderón (Málaga, I960) is historicus en redacteur bij een uitgeverij. De kaart van God is zijn debuutroman.