Zoals elk jaar vertrekken de vissers op kabeljauwvangst naar IJsland. Voor de kinderen lijkt dat het verre droomeiland. Onder hen ook Mozes, "het kleine mirakel" zoals zijn vader hem teder noemt. Bij toeval zal Mozes de oorsprong van zijn bijnaam ontdekken: zijn moeder is niet zijn echte moeder, ze heeft hem gevonden in een sloep die op het strand was gelopen. Zijn natuurlijke moeder zou een prostituee zijn die enkele mannen uit het dorp als klant had... Maar wie is dan de echte vader van Mozes? Serafijn, de vreemde man die als een engelbewaarder over de jongen waakt en er altijd is als hij hem nodig heeft? Anthonin Worris, de rijke reder die hem zo graag naar Rijsel zou sturen om daar te studeren? Of Ernest, zijn pleegvader, die zielsveel van hem houdt? Mozes moet kiezen onder de drie... of vertrekken.